Jaarrekening
Jaarrekening
TOELICHTING OP DE JAARREKENING
1.
ALGEMENE TOELICHTING
Cyclus is in 2001 ontstaan uit een fusie van een aantal gemeentelijke afvalinzameling- en reinigingsdiensten en het gemeentelijk vuilverwerkingsbedrijf (GVB). Vanaf 2003 is Cyclus een naamloze vennootschap, waarvan de aandelen in handen zijn van gemeenten in de regio’s Midden-Holland en Rijnstreek waarvoor Cyclus werkzaam is. Aan deze gemeenten (en in zeer beperktere mate nog aan bedrijven) worden verschillende diensten aangeboden op het gebied van afvalinzameling, advisering, afvalverwerking, reiniging van openbare ruimten en bedrijfsterreinen.
Cyclus is gevestigd aan de Oostbaan 1090 te Moordrecht (gemeente Zuidplas) en is ingeschreven bij het handelsregister onder nummer 24349854.
Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Cyclus zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.
Cyclus realiseert het grootste gedeelte van haar omzet bij de negen aandeelhoudende gemeenten (=verbonden partijen). De transacties bestaan uit de afname van diensten van Cyclus (inzameling, reiniging, verwerking van afval en beheer van de openbare ruimte) op basis van met de gemeenten onder normale marktomstandigheden afgesloten dienstverleningsovereenkomsten.
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De betaalde interest en betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.
2.
ALGEMENE GRONDSLAGEN
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving. De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva, alsmede voor de bepaling van het resultaat, is de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde. Tenzij anders is aangegeven zijn alle bedragen vermeld in duizenden euro’s.
De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. Waar nodig zijn vergelijkende cijfers aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Bij Cyclus kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract.
3.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA
De bedrijfsgebouwen, containers, het wagenpark en de overige vaste bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Groot onderhoud van materiële vaste activa wordt geactiveerd en op afgeschreven.
Cyclus beoordeelt op balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief, zijnde een kasstroomgenererende eenheid, onderhevig is aan een bijzondere waardevermindering (impairment). In dat geval wordt de realiseerbare waarde van het actief berekend en vergeleken met de boekwaarde. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. Als realiseerbare waarde wordt de directe opbrengstwaarde gehanteerd of, indien deze waarde hoger is, de indirecte bedrijfswaarde.
De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder toepassing van de FIFO-methode (‘first in, first out’) of lagere opbrengstwaarde. De verkrijgingsprijs bestaat uit alle kosten die samenhangen met de verkrijging alsmede de gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan banken onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde met uitzondering van de jubileumvoorziening, deze wordt opgenomen tegen contante waarde.
Opgenomen leningen en schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde.
4.
GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de netto-omzet en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen kosten. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen.
Winsten worden verantwoord in het jaar waarin de omzet is gerealiseerd. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.
De netto-omzet betreft de opbrengst voor de aan afnemers (derden) geleverde goederen en diensten. De vergoedingen voor de afvalverwerking en inzamelings- en reinigingstaken worden gedeeltelijk op voorschotbasis aan gemeenten gefactureerd. De afrekening vindt plaats op basis van het aantal gerealiseerde containerledigingen, het aantal uren inzet en de verwerkte tonnages per afvalsoort tegen de feitelijke verwerkingstarieven en wordt verantwoord in het boekjaar waarop de afrekening betrekking heeft. De vergoeding voor het beheer van de openbare ruimten wordt voornamelijk maandelijks op basis van vooraf overeengekomen vaste bedragen gefactureerd en verantwoord naar rato van de geleverde prestaties.
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.
De pensioenverplichtingen van Cyclus N.V. zijn ondergebracht bij het ABP. Het ABP kan worden aangemerkt als een bedrijfstakpensioenfonds. Deze regeling wordt gekwalificeerd als een toegezegde pensioenregeling. Doordat in geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds Cyclus N.V. geen verplichting heeft anders dan hogere toekomstige premies, is deze regeling verwerkt als zijnde een toegezegde bijdrage regeling. Dit houdt in dat in de winst- en verliesrekening een pensioenlast wordt opgenomen gelijk aan de in dat jaar verschuldigde premie.
De betreffende pensioenregeling is volgens het middelloonstelsel. De beleidsdekkingsgraad is ultimo 2022 118,6% (2021: 102,8%) en lager dan het vereiste minimum. Hierop is een herstelplan werkende waardoor ABP binnen 10 jaar weer zal voldoen aan de gestelde norm zonder noodzaak om de pensioenen te verlagen.
De afschrijving op materiële vaste activa wordt berekend op basis van vaste percentages van de aanschafwaarde op basis van de verwachte economische levensduur. De afschrijvingen vinden plaats vanaf de datum van ingebruikneming van de betreffende investering. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn opgenomen onder de overige bedrijfsopbrengsten.
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
Cyclus is als gevolg van de wet “modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen” met ingang van 1 januari 2016 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Gezien het karakter van de dienstverlening en afrekenwijze aan haar aandeelhoudende gemeenten heeft Cyclus een beroep op de samenwerkingvrijstellingsregeling ingediend. Inmiddels is over belangrijke onderdelen van de activiteiten deze vrijstelling door de Belastingdienst toegepast.
Voor activiteiten voor niet aandeelhoudende gemeenten en derden is Cyclus per 1 januari 2016 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
5.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN EN RISICOBEHEERSING
Cyclus N.V. loopt renterisico over de rentedragende kredietfaciliteit zodra deze kredietfaciliteit benut wordt. Met betrekking tot de kredietfaciliteit van de bank heeft Cyclus N.V. ultimo 2022 geen derivatencontracten afgesloten.
Cyclus N.V. heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Verkoop vindt plaats aan afnemers die voldoen aan de kredietwaardigheidstoets van Cyclus N.V.
Van de kasgeldfaciliteit € 5.000.000 is in 2022 kortstondig gebruik gemaakt. Voorts beschikt de onderneming ultimo boekjaar over € 7.763.000 aan liquide middelen (2021: € 8.720.000).
PDF-bestand (4,9 Mb)